Waarde festivalganger, festivalspeler, festivalorganisatie, waarde verkopers.

Hier spreekt een Ooiter. Op Facebook circuleert al maanden de aankondiging van het festival dat zich profileert als de herbeleving van het Land van Ooit. Af en toe dook het op in de beschermde Facebookgroep van Ooiters, maar er werd eigenlijk maar weinig ruchtbaarheid aan gegeven. Het zou wel weer overwaaien.

Tot gisteren. De rechten van de karakters zijn gekocht. Door het festival. En toen ontplofte er iets. En ik heb vannacht, voor het eerst sinds een lange tijd, wakker gelegen om Ooit. Wat is dat toch? Waarom doet het, ook al is het tien jaar geleden dat, in uw taal, het park failliet ging, nog steeds een beetje zeer? Ik heb door mijn wimpers de reacties van de collega’s bekeken, bang voor wat het met me zou doen. Bang om me er in te mengen. Maar ja, ik klim nu toch maar in de pen en ik richt me eerst tot de festivalganger. Dan tot de festivalspeler. Dan tot de organisatie van het festival. En dan tot u, de verkopers van de rechten.

Waarde festivalganger. Wij Ooiters wensen u een prachtige dag. Het doet mij en, ik durf te zeggen, de andere Ooiters, goed om te lezen hoe Ooit nog leeft bij een generatie die toen net iets te jong was om Ooit volledig te begrijpen, maar blijkbaar waren we goed genoeg om bij u te blijven ‘plakken’. Dat doet deugt. We hebben met hart en ziel gewerkt en dat is blijkbaar goed overgekomen. Eigenlijk is uw enthousiasme een spreekwoordelijke dikke zwanenveer in ons achterwerk.

Waarde festivalspeler. Waarschijnlijk blaas ik te vroeg van de roze toren. Ik heb namelijk geen idee of u er überhaupt gaat zijn, ik heb geen idee hoe u er uit gaat zien (als u er bent) en ik heb geen idee hoe u de informatie van de door u te spelen rol tot u gaat krijgen. Krijgt u een training of krijgt u gewoon een kostuum aangereikt omdat u toevallig een vrouw bent met blonde krullen? Bent u een man met een vriendelijke kop en krijgt u die dag een grijs harnas aan met daaronder een blauw en geel onderpak? Kan u goed gapen en sjokken? Ik weet het allemaal niet. Maar waar ik zo op hoop is dat, als u de informatie krijgt, dat u zich realiseert dat er een kleine groep mensen is die deze ‘karakters’ mede bedacht, gespeeld en uitgediept heeft. Het zijn geen platte figuren. Ze zijn gemaakt, ze hebben angsten en wij, de Ooiters, hebben elk van hen zien groeien door de jaren heen. Voor u zijn het misschien platte karakters, voor ons zijn ze gaan leven. En ze zijn verdampt toen in 2007 de grenzen voor het laatst sloten. Weet, beste festivalspeler, dat wij er zijn. Mocht u deze taak serieus nemen, weet dan dat wij er zijn met al onze kennis. Ook al is het maar een kort festival, weet dat het ook voor uw spelplezier een enorme diepgang zal geven als u in gesprek gaat met ons. Wij wensen ook u een prettig verblijf op het festival.

Waarde festivalorganisatie. Ik heb uw Facebookpagina in de gaten gehouden, zelf af en toe iets geplaatst en gevraagd, maar u reageert niet. Ik ontplof bijna van alle vragen. Zijn er Ooiters geconsulteerd over de inhoudelijke kant van het festival? Heeft u de Ridders van Ridders te Paard ingehuurd voor het riddertoernooi dat toch bij het festival hoort? En zo nee, waarom niet? Het is een frustratie die diep zit. Niet alleen bij mij durf ik te zeggen, dat we opnieuw zo gepasseerd worden in de besluitvorming over iets waar we, in sommige gevallen, jarenlang alles voor gegeven en gelaten hebben. Soms in grote onzekerheid over het loon. Er zijn relaties ontstaan, er zijn kinderen geboren, er zijn relaties verbroken, er zijn Ooiters overleden. Dit was niet gewoon maar een baan, hier werkten mensen. Wij stonden in onze niet gestoomde jurken voor hekjes die in elkaar vielen van ellende (omdat er geen geld meer was voor verf of goede spijkers), zodat de bezoeker het niet zag. En management kocht in die periode nieuwe auto’s. Er is gespeeld met ons. Maar omdat het zo’n bijzonder concept was/is, omdat de groep Ooiters zo bijzonder is, omdat het merendeel van de Ooiters er de time of their lives heeft beleefd, doet dit dus zeer. Dat u juist ons niet betrekt. En als er zo met ons omgesprongen wordt, dan wordt in mij de Hertoginne van de Hoogmoed wakker. U heeft inmiddels de rechten, zoek haar maar eens op. Want als er geen Ooiters zijn op iets dat Land van Ooit wordt genoemd, dan is het simpelweg geen Ooit. Ik durf met enige zekerheid te stellen dat wij Ooit maakten. Van de briljanten tot de Gouverneur: wij maakten Ooit. Van de bionische vechtstier tot de zwanen: wie hen verzorgden maakten Ooit. Van de dames op het atelier tot de Grenswachters die stonden te parkeren in de bloedhete zon, zij maakten Ooit. Wij maakten Ooit. Betrekt u ons niet… dan likken wij onze wonden en weten we beter en we wensen ook u een mooie dag.

Waarde verkoper. Ik weet in de eerste plaats niet wie u bent, maar ik wil u dit graag vertellen. In 2007 sloot het Land van Ooit haar grenzen. Dit is wat ik toen zag gebeuren: Ik zag de Heer van de Klare Snaren, een gezonde kerel van toen 46 jaar, in zijn spijkerbroek, tussen vreemden, op zoek gaan naar het kostuum waar hij 8 jaar lang zweet en tranen in gegeven heeft. De krassen op zijn gitaar tonen nog steeds waar de knopen zaten. De jas die hij droeg toen hij ons vertelde dat zijn jongste dochter geboren zou worden. De jas was weg. Niet veel later dook de jas op op de veilingsite. Hij heeft geboden. Maar mensen met beter gevulde portemonnees zagen hun kans schoon en hij heeft toe moeten zien hoe zijn jas verkocht werd aan vreemden. Is er iets in u dat, bij het lezen van dit verhaal (dat niet op zichzelf staat) zegt: dat had best wat aardiger geregeld kunnen worden? Dat zichzelf achter de oren krabt en zegt: dat is eigenlijk best lullig gegaan, dat die mensen niet betrokken zijn bij dat hele proces.

En nu lezen wij, Ooiters, op sociale media dat de karakters verkocht zijn… Wat is het toch dat ik voel? Het steekt, kriebelt en irriteert. Als een litteken dat opspeelt als het gaat regenen. Hoe onbedachtzaam kan je zijn als verkoper? Waren wij dan helemaal niets? Gewoon maar medewerkers in een pretpark? Dan snap ik dus heel goed waarom het over de kop gegaan is. Want als je niet dondersgoed voor je mensen en je concept zorgt, dan zingt dat door in de verkoopcijfers. Dat er zo onbedachtzaam werd omgesprongen met ons, zo onbedachtzaam om werd gesprongen met de locatie en de kostuums en de paarden, de Ooitgroet… Hoe kon u zo onbedachtzaam omgaan met alles wat Ooit tot Ooit maakte?

En nu dit. Het zit hoog, u leest het. De tijd staat niet langer stil in het Land van Ooit. Ooiters ontvallen ons en alles gaat door alsof het maar een spelletje was. Een zakelijk spelletje. Een transactie. En dat is de aard van de wereld. De aard van geld. De aard van sommige mensen. Blijkbaar. Terwijl juist het fundament van het Ooitste concept het omgekeerde was. Dat je juist daaraan kon ontsnappen. Misschien doet het mij persoonlijk daarom zo zeer. Omdat de manier van omgaan met Ooit door onzichtbare figuren zoals u, aangeeft dat u niet weet waar u mee dealt. Dat u niet doorheeft wat u verkoopt. En als een verkoper eigenlijk niet weet wat hij verkoopt, dan heeft het geen fundament. En bouwt ook u op drijfzand.

Maar ik veeg mijn tranen weg en ik open Facebook en weet u wat ik dan zie? Ooiters. Verdrietige, ontzette Ooiters. Ooiters die hun schouders ophalen. Ooiters die niet zo goed weten wat ze hiervan vinden. Ooiters die het wel leuk vinden. Dus: Ooiters. We hebben voor hetere vuren gestaan. En we zijn samen. Dus ook u wensen wij een mooie dag.

Tot Ooit.

Plaats een reactie